Waarom een orthotheek bespreken die bij een welbepaalde schrijfmethode hoort, zonder deze methode zelf te bespreken? Waarschijnlijk stellen enkele lezers zich deze vraag. Het antwoord ligt hem eenvoudig weg in de originaliteit van de benadering. Maar ook in de doordachtheid ervan.
De auteurs gaan er van uit dat elk kind van nature uit een eigen ritme heeft in de beweging en een eigen indeling van de ruimte. Hierdoor heeft het ook een eigen vormgeving. Door hierop aan te sluiten kan men deze kinderen helpen om een persoonlijk, evenwichtig en duidelijk handschrift te ontwikkelen. Men oefent de schrijfbewegingen niet aan de hand van lettervormen maar men hanteert een vorm van spelend leren waarbij men gebruik maakt van heel specifieke kindvriendelijke opdrachten. Hierdoor is er kans dat de schrijfmotivatie van het kind vergroot.
Deze orthotheek kan men zeker gebruiken vanaf de leeftijd van zes jaar. Soms zelfs vroeger, als men merkt dat het kind over voldoende ruimtelijk inzicht en fijne motoriek beschikt. De essentie ervan laat zich samenvatten in het volgende citaat uit de handleiding dat tegelijk ook de chronologie van de methode weergeeft:
Let op:
Eerst ontwikkelt de leerling voldoende ruimtelijk inzicht = onderdeel RUIMTE (R).
Om daarin te kunnen bewegen in de juiste richting = onderdeel BEWEGING (B).
De beweging moet moeiteloos, vlot en vloeiend plaats vinden, dit is zichtbaar in de mooie ronde bochten zonder bibbers én aan de dunne uitzwaai van de beweging. Pas wanneer dit allemaal goed gaat, beginnen wij met het onderdeel VORM (V),
omdat hierbij geconcentreerd gewerkt wordt en dit kan het krampachtig schrijven bevorderen. (blz.8)
Om deze chronologie te realiseren bevat de methode tal van werkbladen. Sommige werkbladen kunnen gebruikt worden bij het inoefenen van verschillende onderdelen. Dit wordt in de toelichting aangegeven door de codering van de werkbladen. Zo betekent de codering 'B en R' dat voor dit werkblad het onderdeel 'Beweging' de voornaamste functie is en daarna pas het onderdeel 'Ruimte'. Voor elk onderdeel wordt er aangegeven welke werkbladen van tel zijn. Ze zijn ook geordend naar opklimmende moeilijkheidsgraad.
Iemand die meer ervaren is met het schrijfonderwijs en meer bepaald met de signalen dat het er fout mee loopt, kan de toets- en signaalbladen uit de map gebruiken om te onderzoeken wat een leerling nodig heeft en hem zo een taak- en doelgerichte selectie van de werkbladen aanbieden. Een minder ervaren leerkracht kan deze stap achterwege laten en de leerling zonder meer werkbladen aanbieden of laten kiezen, waardoor er toch geoefend wordt. Het belangrijkste is dat hij aandacht blijft hebben voor de volgorde van de verschillende onderdelen (dus eerst ruimte, daarna beweging en tenslotte vorm). Bij de werkbladen uit de orthotheek hoort er ook een wegwijzer. Deze laat aan oudere leerlingen toe om zelfstandig een eigen traject te volgen.
Zoals het vaak bij een orthotheek het geval is, kan men ook bij deze orthotheek de werkbladen preventief gebruiken. Hierbij blijft het belangrijk dat men de chronologie tussen de verschillende onderdelen volgt en probeert aan te sluiten bij de zone van de naaste 'schrijf'-ontwikkeling.
Auteur: Arjanne Huls & Tineke ten Zijthoff
Titel: Eigenhandig Schrijforthotheek
Uitgeverij: Eduforce
Plaats: Drachten
Jaar: 2000
Pagina’s: 170 (1 ringband)
ISBN-13: 978-90-74022-95-8
Prijs: € 105,00
© Lieven Coppens, http://boeketje-onderwijs.skynetblogs.be/
De auteurs gaan er van uit dat elk kind van nature uit een eigen ritme heeft in de beweging en een eigen indeling van de ruimte. Hierdoor heeft het ook een eigen vormgeving. Door hierop aan te sluiten kan men deze kinderen helpen om een persoonlijk, evenwichtig en duidelijk handschrift te ontwikkelen. Men oefent de schrijfbewegingen niet aan de hand van lettervormen maar men hanteert een vorm van spelend leren waarbij men gebruik maakt van heel specifieke kindvriendelijke opdrachten. Hierdoor is er kans dat de schrijfmotivatie van het kind vergroot.
Deze orthotheek kan men zeker gebruiken vanaf de leeftijd van zes jaar. Soms zelfs vroeger, als men merkt dat het kind over voldoende ruimtelijk inzicht en fijne motoriek beschikt. De essentie ervan laat zich samenvatten in het volgende citaat uit de handleiding dat tegelijk ook de chronologie van de methode weergeeft:
Let op:
Eerst ontwikkelt de leerling voldoende ruimtelijk inzicht = onderdeel RUIMTE (R).
Om daarin te kunnen bewegen in de juiste richting = onderdeel BEWEGING (B).
De beweging moet moeiteloos, vlot en vloeiend plaats vinden, dit is zichtbaar in de mooie ronde bochten zonder bibbers én aan de dunne uitzwaai van de beweging. Pas wanneer dit allemaal goed gaat, beginnen wij met het onderdeel VORM (V),
omdat hierbij geconcentreerd gewerkt wordt en dit kan het krampachtig schrijven bevorderen. (blz.8)
Om deze chronologie te realiseren bevat de methode tal van werkbladen. Sommige werkbladen kunnen gebruikt worden bij het inoefenen van verschillende onderdelen. Dit wordt in de toelichting aangegeven door de codering van de werkbladen. Zo betekent de codering 'B en R' dat voor dit werkblad het onderdeel 'Beweging' de voornaamste functie is en daarna pas het onderdeel 'Ruimte'. Voor elk onderdeel wordt er aangegeven welke werkbladen van tel zijn. Ze zijn ook geordend naar opklimmende moeilijkheidsgraad.
Iemand die meer ervaren is met het schrijfonderwijs en meer bepaald met de signalen dat het er fout mee loopt, kan de toets- en signaalbladen uit de map gebruiken om te onderzoeken wat een leerling nodig heeft en hem zo een taak- en doelgerichte selectie van de werkbladen aanbieden. Een minder ervaren leerkracht kan deze stap achterwege laten en de leerling zonder meer werkbladen aanbieden of laten kiezen, waardoor er toch geoefend wordt. Het belangrijkste is dat hij aandacht blijft hebben voor de volgorde van de verschillende onderdelen (dus eerst ruimte, daarna beweging en tenslotte vorm). Bij de werkbladen uit de orthotheek hoort er ook een wegwijzer. Deze laat aan oudere leerlingen toe om zelfstandig een eigen traject te volgen.
Zoals het vaak bij een orthotheek het geval is, kan men ook bij deze orthotheek de werkbladen preventief gebruiken. Hierbij blijft het belangrijk dat men de chronologie tussen de verschillende onderdelen volgt en probeert aan te sluiten bij de zone van de naaste 'schrijf'-ontwikkeling.
Auteur: Arjanne Huls & Tineke ten Zijthoff
Titel: Eigenhandig Schrijforthotheek
Uitgeverij: Eduforce
Plaats: Drachten
Jaar: 2000
Pagina’s: 170 (1 ringband)
ISBN-13: 978-90-74022-95-8
Prijs: € 105,00
© Lieven Coppens, http://boeketje-onderwijs.skynetblogs.be/